Mijn debuutroman!
Zoals mijn vaste websitebezoekers weten, heb ik door de jaren heen, diverse korte verhalen en columns geschreven. En onlangs heb ik zelfs mijn debuut roman geschreven: "Het Collectief". Meteen daarna ben ik doorgegaan met schrijven en heb een tweede roman geschreven: "Voordat u gaat". Beiden zijn fictieve romans en hebben iets met lekker eten, liefde en spanning te maken. In de eerste roman, die zich grotendeels in mijn eigen woonplaats Uden afspeelt, is de hoofdrolspeler eigenaar van een bedrijf in horeca apparatuur en keukens. Zijn oud vriendinnetje, dat ooit plotseling uit zijn leven verdween, staat weer op zijn stoep. Waarom ze daar ineens weer is? dat kun je in het boek lezen. In de tweede roman is de hoofdpersoon kok en eigenaar van een restaurant. Hij krijgt de opdracht om iemand te vermoorden, maar wordt verliefd op het beoogde slachtoffer. Allerlei verwikkelingen volgen elkaar snel op. Maar beide verhalen hebben een happy end. Leesvoer om van te smullen dus!
Beide boeken heb ik nu aan enkele uitgeverijen aangeboden in de hoop dat ze ooit uitgegeven worden. Mocht u dit lezen en interesse in een van mijn boeken of korte verhalen hebben, neem dan even contact op via info@gertdegoede.nl of 0413-260890
Hieronder een leesfragment uit "Het Collectief".
... Maar Liesje hoort het niet, Ze zit al diep verzonken in de mappen op de laptop van haar man. Zo op het eerste gezicht kan ik niet écht iets vreemds vinden zegt ze. Alles lijkt er netjes uit te zien. Misschien is er nog iets te vinden in de sub mappen? Ze kijkt me aan en zegt: "ik ga me even douchen en aankleden. Misschien kun jij ondertussen iets vinden?" Ze reikt mij de laptop aan en stapt wiebelig het bed uit. En beneemt me daarbij de adem. Onder mijn T-shirt draagt ze slechts een minuscuul slipje. Ze houdt me even vast om in evenwicht te blijven en komt daarbij met haar kruis gevaarlijk dicht bij mijn gezicht. Snel beweeg ik mijn rood aanlopende hoofd richting de laptop. Vroeger heb ik haar vaak in een T-shirt en slipje rond zien lopen. Heb haar zelfs naakt gezien. Maar toen werd ik er niet zo warm van als nu. Ze lijkt er zelf niets van te merken, en kleed zich onder het naar de douche lopen uit. Ze laat het T-shirt op de slaapkamervloer vallen en heeft haar slipje voor ze in de badkamer is ook al uit. Ik hoor dat ze de douche aanzet. Ik voel tussen mijn benen weer iets groeien en schud mijn verhitte hoofd. Nog niet Anton! Zeg ik tegen mezelf. Het moet van haarzelf komen. Jij mag niet de eerste stap zetten. Nu in elk geval nog niet. En ik concentreer me op de laptop.
Ik doorzoek de map “verhuurd” en bekijk alle transacties van de afgelopen tijd nauwkeurig. Het lijkt allemaal in orde te zijn. Of toch niet? Ik zie dat de makelaardij diverse boerderijen in Brabant in de verhuur heeft. Als ik dat optel met die hoeveelheid cash geld, kan ik maar twee dingen bedenken: drugslaboratoria! Of illegale wietkwekerijen. Mijn verhitte hoofd is binnen een seconde afgekoeld en ik trek wit weg. Ik kijk verder en zie een boerderij in Sint Oedenrode staan. En ik weet zeker dat die enkele weken geleden door de politie ontruimd is. Ik loop naar mijn werkkamer, pak mijn eigen laptop en zoek het even op. Daar staat het. In het Brabants Dagblad. Ik lees; Bij een inval in een boerderij aan de Koeveringsedijk in het buitengebied van Sint Oedenrode zijn gistermorgen vier mannen opgepakt. Eén man kon ontsnappen en is nog voortvluchtig. Bij de inval werden containers vol MDMA tabletten, waarschijnlijk bestemd voor de buitenlandse markt, aangetroffen. Het betreft hier een goed geoutilleerd extasy laboratorium, met een geschatte jaaropbrengst van meerdere miljoenen. De politie was gealarmeerd door fietsers die er langsreden en een vreemde, anijsachtige geur roken. Liesje, Liesje, waar was jouw man mee bezig? Ik pak mijn geopende laptop van het bureau en loop er mee terug naar de slaapkamer.
Ik hoor dat Liesje de douchekraan dichtdraait. Hoe ze zich afdroogt en haar haren föhnt. “Ik had mijn haren jaren eerder af moeten knippen” roept ze. Ideaal! Zo snel droog! In gedachten zie ik haar naakt voor de spiegel staan. Haar haren bevallig uitschuddend. En krijg het weer warm. Om mezelf maar weer af te leiden google ik op makelaars en witwassen. Wauw! Ik krijg echt ontzettend veel hits! Ik open een willekeurig artikel. En lees op accountant.nl dat er op verzoek van Burgemeester Halsema van Amsterdam een rapport is opgesteld. Het heet: “De achterkant van Amsterdam.” Ik lees: “Het echte probleem vanuit crimineel oogpunt is volgens ons niet primair het drugsgebruik zelf, maar de enorme financiële stromen die met de drugsproductie en drugshandel gepaard gaan. De onderzoekers constateren een versmelting van de onderwereld met partijen uit de bovenwereld, die helpen om illegale geldstromen in het legale geldcircuit te brengen. Het "alledaagse witwassen" zou vaak lopen via fictieve omzetten in bedrijven die deels legaal en deels illegaal opereren. Daarbij noemt het rapport bedrijven zoals nagelstudio’s, kapsalons, belwinkels, growshops, wietzaken en ijswinkels.”
“De Belastingdienst twijfelt of dergelijke bedrijven inderdaad betrokken zijn bij witwaspraktijken, aldus de onderzoekers. "Het pleit voor een beleid waarin administratieve werkelijkheden worden aangevuld met controles ter plekke, bijvoorbeeld door handhavers van de gemeente." Volgens de opstellers kreeg de Financial Intelligence Unit (FIU) tussen begin 2016 en eind 2018 ruim 21 duizend meldingen van ongebruikelijke transacties in Amsterdam die als 'verdacht' konden worden aangemerkt. Daarmee was een bedrag gemoeid van ruim acht miljard euro.” Mijn interesse is gewekt en ik lees verder.
Liesje komt de slaapkamer binnen en gaat naast me op het bed zitten. Ze heeft een handdoek omgeslagen en graait in haar handtas om een schoon slipje te zoeken. Shit zegt ze. Nu hebben we gisteren wel een hele vracht kleren gekocht, maar dus geen ondergoed. Stom! En hier heb ik ook niets meer in zitten. Wat nu? Neem maar een boxer van mij zeg ik. Die zal wel wat groot zijn, maar het is tenminste iets. Daar in de la liggen ze. Liesje staat op, laat de handdoek vallen en loopt zonder kleren naar de lade, pakt er een boxer uit en trekt hem aan. Ik krijg het warm. Heel warm, mijn hoofd loopt rood aan en doe of ik niets zie. Liesje zegt; je mag gerust kijken hoor! Je hebt me vroeger wel vaker zo gezien. Ik antwoord dat dat misschien wel zo is, maar dat ik het er nu bést warm van krijg. Vroeger was ik me daar nog niet zo bewust van. Maar nu wel; sorry hoor… zeg ik; en lach als een boer met kiespijn! Liesje lacht luid en zegt: gelukkig! Ik dacht al dat ik je koud liet. Niet dus, stotter ik. Integendeel! Maar ik denk dat we daar nu maar niet over na moeten denken. Ik hakkel: je hebt nu te veel aan je hoofd en bent net je man verloren. En het dus flink voor je kiezen gehad de laatste tijd. Ik zou niet willen dat je dingen doet waar je later spijt van hebt. “Je stottert! Wat schattig!” Ze lacht me lief toe en zegt dat ik misschien wel gelijk heb. Of toch niet. We zien wel hoe het loopt. Maar ik weet wel dat ik niet meer in dat logeerbed ga liggen. Ik voel me fijner en veiliger naast jou. Vertrouwd, net als vroeger. Trek dan alsjeblieft wel een pyjama van mij aan zeg ik. Want als ik je, net als vanmorgen nog eens alleen in een ontzettend klein slipje en opgestroopt T-shirt zie liggen en lopen, kan ik niet beloven dat ik me zo keurig blijf gedragen. En trek nu alsjeblieft een shirt aan, want ik krijg het alweer warm bij de aanblik van jouw mooie borsten. Liesje lacht. Ze kijkt naar haar stevige borsten en pakt ze vast. Ze tilt ze op, schudt ze een beetje en draait zich plagend mijn kant op. Ja, die zijn nog mooi hè? Ben ik best trots op. En nog honderd procent natuur! Ze pakt een hemdje uit haar koffer, trekt het aan en zegt: zo: die zijn weer veilig opgeborgen. Maar ik zie haar harde tepels nog door de soepele stof. Daar koel ik niet echt van af. Liesje verzamelt nonchalant haar gebruikte slipjes bijeen en loopt er mee naar de badkamer, daar wast ze ze uit en hangt ze te drogen. Als ze terug in de slaapkamer is, gaat ze naast me zitten, pakt het theeglas van het dienblad, vouwt haar handen er genietend om heen, neemt een slokje en vraagt me of ik nog iets gevonden heb op de laptop. Ik vertel haar wat ik vermoed en ook wat ik gelezen heb. Ze kijkt verschrikt. En roept verontwaardigd: nee! Dat kan niet. Dat had ik toch moeten merken. Hij was natuurlijk veel op pad, vaak ook ’s avonds, maar dat hoorde bij zijn beroep. En ik heb nooit gemerkt dat hij met vreemde of ongure types omging. Wat moeten we nu? Met dit alles naar de politie gaan? Dat lijkt me een goed idee, zeg ik. Heb jij het telefoonnummer van die agenten die jou naar het bureau gebracht hebben nog? Nee zegt ze, die staan in mijn oude telefoon. En die ligt in de prullenbak in Maastricht weet je nog wel? Laten we daar maar tot morgen mee wachten. Want wie weet er nu dat ik hier ben? Niemand toch? Anders hadden we dat vast wel gemerkt. En nu opschieten jij! Hoppetee! Ga je snel douchen en je kleren aantrekken. Dan gaan we de auto ophalen. Ik wil dat je me Uden laat zien. En fijn een stuk wandelen in de Maashorst! Of heb je misschien ergens fietsen staan? Er is vast veel veranderd sinds ik vertrokken ben. Leuk zeg ik. Dan vraag ik de buren wel of we hun fietsen mogen lenen. Mag vast wel.