Onze CV ketel was na ongeveer elf jaar trouwe dienst, hoognodig aan wat onderhoud toe. Hij was moe gestreden leek wel. Hij zuchtte en steunde, rochelde en piepte. We werden ‘s nachts regelmatig wakker door het geknerp van, voor wat wij dachten, de waterpomp. Tot vorig jaar hadden we, nadat de firma die onze ketel geplaatst had failliet was gegaan, als onderhoudsman een beunhaas gehad. We waren deze man via via op het spoor gekomen. Het was een man die in het dagelijks leven gewoon netjes bij een installatiebedrijf werkte, maar er daarnaast nog het een en ander bij verdiende. Meneer presteerde het zelfs om met de auto van zijn baas voor de deur te parkeren. Soms zelfs gewoon onder werktijd. In het begin had hij volledig naar tevredenheid gewerkt. Zo had hij bijvoorbeeld alle radiatorknoppen vervangen door thermostaatknoppen. Hij was ons aanbevolen door mensen waar we destijds goed mee door één deur konden. Maar die vriendschap is in de tussentijd ietwat bekoeld. Maar dat lag niet aan onze verwarmingsmonteur. U kent het wel: op het schoolplein ontmoet je mensen, het klikt, je gaat een tijdje gezellig met elkaar om, maar op een gegeven moment is het gewoon weer voorbij. Zulke dingen gebeuren. Punt, voorbij, over.

Maar goed: ik was aan het vertellen over onze hart- en andere lichaamsdelen verwarmende CV ketel! Begin vorig jaar zou de onderhoudsman zijn jaarlijkse controle en onderhoudswerk moeten doen, maar hoe ik ook probeerde de "goede" man te bereiken, het mocht niet baten. Meneer nam zijn telefoon niet meer op. Oké! Goed. Kan gebeuren. We proberen het over een week of wat nog wel een keer. Misschien is hij op vakantie. Maar zoiets “vergeet je” zoals u begrijpt. Het werd voorjaar. En dat gleed over in de zomer. Dus dachten we er niet meer aan. Tót afgelopen winter, drie dagen voor Kerst. De ketel begaf het. Jawel! Juist terwijl het ontzettend koud was. Daar waren we dus in het geheel niet blij mee. Wéér probeerden we de onderhoudsman te bereiken. Doch wederom kregen we geen soelaas. Wanhopig zaten we met het hele gezin in de keuken, met de deur van de hoogopgestookte oven open, om warm te blijven. In de keuken was het dus lekker warm. En best gezellig en knus. Maar in de rest van het huis niet. Daar stonden al snel de ijsbloemen op de ruiten. Het idee om met de kerst in kou te zitten sprak ons vanzelfsprekend niet erg aan, zodat ik snel wat bedrijven ging “Googelen” en bellen. We kregen echter overal nul op ons rekest. Het was om wanhopig te worden. Niemand wilde helpen of zelfs maar langs komen. Uiteindelijk was er slechts één bedrijf in heel Brabant dat ons wel wilde helpen: Het aan Nuon gelïeerde “Feenstra Warmte Totaal Zorg“! Ze waren bereid langs te komen, en dat terwijl we klant van Eneco zijn! Als we beloofden direct een onderhoudscontract af te sluiten zou er de volgende morgen reeds; de zaterdag voor Kerst, een monteur op de stoep staan. "Pfoe!" We slaakten een zucht van opluchting.

Die bewuste zaterdagmiddag stond er, zoals beloofd een vriendelijke, jonge verwarmingsmonteur op de stoep. Hij zag al snel wat er aan de hand was. Achterstallig onderhoud! En niet zo'n beetje ook! Hij liet zien wat voor een enorme troep in de afvoerpijpen zat, maakte de boel schoon, controleerde het één en ander, verving tussen neus en lippen door óók nog even het kapotte drukvat, en jawel: het vernuftige apparaat werkte weer. Het apparaat zou nog wel wat lawaai blijven maken, maar voorlopig waren we gered. Een pak van ons hart! Ik bedankte de jonge man, gaf hem een lekkere fles prosecco en wenste hem en zijn geliefde een heerlijk Kerstfeest.

Vorige week stond er een andere monteur voor de deur. Voor het jaarlijkse onderhoud. Een vriendelijke, enigszins gezette man, die zo te ruiken zojuist nog een welverdiend sigaretje had gerookt in de auto. Ik ging hem de twee trappen voor naar zolder en hoorde hem achter me reeds zwaar ademen. Deze meneer had overduidelijk niet zo'n goede conditie als zijn collega. Maar goed: dat zegt niets over zijn kwaliteiten als CV monteur. Hij zette zijn tassen neer, maakte de ketel open en schroefde de afdekplaat weg. Hierna opende hij de bovenklep. Hij schudde het hoofd. En schudde zijn hoofd nogmaals, alsof hij zichzelf wilde overtuigen van de immense onverzorgde ellende welke daar voor zijn ogen aanwezig was. Het rooster daaronder bleek namelijk geheel en al dicht gekoekt te zitten met een as. De goede man zuchtte en steunde net zoals de ketel de afgelopen maanden steeds had gedaan. Echter: het rooster van de ketel was na flink wat blazen en kloppen weer in redelijk schone staat. De longen van de monteur blijkbaar niet: die hoorde je, door al dat blazen, flink piepen. Ik durfde niet te kijken. Ik stond namelijk achter hem en zag een enorm deel van zijn bilspleet naar buiten puilen. Hij leek almaar benauwder te worden, dus ik durfde ook niet weg te lopen. Stel je voor dat hij een hartinfarct zou krijgen! Aan zijn gehijg te horen was daar namelijk een reële kans op. Wat de zaak nog verergerde: deze heer was niet alleen benauwd: hij was ook danig ontstemd. En dat vergrootte de kans op een hartinfarct vanzelfsprekend aanzienlijk. En zijn boosheid was terecht: de ketel bleek in al die jaren zeer slecht onderhouden. De afvallige beunhaas had er duidelijk al jaren een potje van gemaakt. De echte monteur maakte nog het één en ander open, zuchtte nog een keer en vertelde dat hij dit nog nooit eerder had meegemaakt. Alle afvoerleidingen waren dichtgeslibd met rommel. Net zoals zijn eigen aders waarschijnlijk. Hier had hij vandaag geen zin meer in. Dit was hem teveel voor nu. Hij was moe. Hij sloot het een en ander weer aan en klapte zijn gereedschapskoffer dicht. Even was ik bang dat hij in het geheel niet meer terug zou komen. Hij was zo boos! Énorm boos! Echter gelukkig deelde hij me, na telefonisch overleg met zijn collega, mee dat hij komende dinsdag terug zou komen. Mét nieuwe onderdelen. Een nieuwe waterpomp, een verse gloeiplug of iets dergelijks en nog één of ander onderdeel. Oh ja: een ioniseerpen. (science fiction?) Dat zou vast en zeker een flinke duit gaan kosten!

Dinsdagmorgen maakte ik de ruimte rondom de ketel ruim vrij. En zette een stoel voor de CV-dokter klaar. Óók draaide ik er voor alle zekerheid een zwaardere, fellere lamp in het armatuur aan het plafond. Mocht meneer de monteur tóch terug komen dan moest ik hem een beetje verwennen nietwaar? En tot mijn grote vreugde keerde hij weder. Hij mopperde nog wel enigszins, maar leek een stuk fitter. Én vriendelijker. Verklaarde dat hij mij zelfs verdedigd had bij zijn chef. Die had namelijk voorgesteld dat ze mij als klant beter konden schrappen. Omdat mijn ketel zo slecht onderhouden was. Maar mijn monteur had gezegd: ik kan die mensen toch niet in de kou laten staan? Waarop de chef had geopperd: smeer ze dan maar een nieuwe ketel aan! Maar deze CV specialist echter heeft het hart op de goede plaats zitten. Hij kwam voor me op! En heeft me geholpen. Hij klaarde de klus zelfs redelijk snel. Binnen een uurtje! Gelukkig maar: ik had door de afgelopen week gesproken woorden van deze techneut aangenomen dat hij er wel enkele uren bezig mee zou gaan zijn. Het leek me een complexe operatie te gaan worden en ik vreesde voor het leven van onze hooglijk gewaardeerde CV ketel. Maar het tegendeel bleek waar. Het was mijns inziens zelfs een betrekkelijk eenvoudige ingreep, anders zou hij niet zo snel klaar zijn geweest. Toch? En nu was het gereed. En na het laten tekenen van het (rib uit mijn lijf) éénmalige incassoformulier á raison van €360,26 is de CV specialist met een ferme handdruk vertrokken. Tot mijn grote vreugde hijgde hij dit maal niet zo angstaanjagend als vorige week. En de ketel ook niet. Althans, nu niet meer. Gelukkig klinkt die weer gezond. Volgens de monteur kan hij nu nog zeker zo'n vier jaar mee. Echter daarna moeten we toch écht uit gaan zien naar een nieuw exemplaar. Shit! Daar ben ik dus niet zo blij mee. Maar voorlopig doet hij het weer. En dat is het belangrijkste. Laat nu de zomer maar komen.

Conclusio Centralo Verwarmingus: een Beun de Haas is als gatenkaas! Het lijkt heel wat aan de buitenkant, maar van binnen zitten er veel gaten in. En dus zijn beunhazen klaarblijkelijk nog steeds niet te vertrouwen. Bezint dus eer ge begint. Een gebroken been laat je per slot van rekening ook niet bij de melkboer repareren. (Alhoewel mijn Beun de Haas wel degelijk een geschoolde kracht was geweest, zij het een ultra lui exemplaar) Meer van dat soort wijsheden die een normaal mens gewoonlijk in de wind slaat zal ik u besparen. Ik wens u veel warmte toe. En dan niet alleen door de CV ketel geproduceerde warmte, maar diep menselijke warmte!