Déjà vu.
Van de week las ik een boek over de beroemde middeleeuwse wetenschapper Nostradamus. Helaas was het deel twee van een trilogie. Deel een en drie blijken echter in de Nederlandse taal niet verkrijgbaar . Het boek had ik gekocht bij de Aldi. U kent het wel; zo'n vakantie pocket met twee boeken erin gepropt. Lekker goedkoop en in minuscule lettertjes gedrukt op dunner dan dun toiletpapier. Zo’n boek waarbij je een dubbele leesbril bij nodig hebt, zelfs als je die in feite nog niet nodig hebt. De tekst op de achterflap had de indruk gewekt de gehele trilogie te bevatten. Maar helaas: voor de ontbrekende delen zal ik op jacht moeten naar de originele Italiaanse delen. Én ik zal naar ik vrees mijn kennis Italiaans stevig uit moeten breiden! Aangezien ik met mijn kennis van de schitterende Italiaanse taal niet zo héél veel verder kom dan goedemorgen, goedemiddag en de bestellingen in een restaurant. Oké, als ik na enige weken Italië redelijk wat gedronken heb kom ik tamelijk ver met mijn kennis der Italiaanse taal. Echter de volgende morgen kan ik me doorgaans vrij weinig herinneren van wat er de afgelopen avond allemaal besproken is.
Feitelijk zou ik toch eens een cursus Italiaans moeten gaan volgen. We brachten tenslotte al heel wat vakanties en lange weekeinden door in dit zonovergoten Godenland. En als we daar zijn wordt ik steevast in het Italiaans aangesproken. Als we door bijvoorbeeld door Milaan lopen, wordt mij door echte Italianen regelmatig de weg gevraagd. Ik schijn er dus nogal Italiaans uit te zien. En probeer dan zo goed en zo kwaad als het kan de juiste weg te wijzen. En dat lukt doorgaans prima, en ik kan best een klein praatje maken, maar een boek lezen? Dat lukt me niet. Een kookboek ja, dat lukt aardig, maar een roman? Nee, daarvoor gaat mijn kennis van deze heerlijke taal helaas niet ver genoeg. Van het heerlijke Italiaanse eten gelukkig wél!
Wellicht heb ik in een vorig leven wel in Italië vertoefd. Ik heb er namelijk regelmatig een déjà vu gehad. Dan kwam ik op plaatsen die ik al eerder gezien had. Op zo’n moment kom je er pas écht achter hoe weinig wij over onszelf weten. Daarentegen weet je plotseling zeker dat er veel meer is dan het nu. Hoe kun je anders weten hoe een bepaalde plaats eruit ziet voor dat je er geweest bent? Was het misschien een voorspellende droom? Het zou kunnen. Ik heb wel eens vaker vreemde dingen in die richting meegemaakt. Welkome en minder welkome. Echter een déjà vu heb ik meerdere malen mee mogen maken. En niet alleen in Italië. Ook gewoon in Nederland. Doch vooral in Frankrijk. En dan met name langs de Loire. Ik voelde destijds met zekerheid dat ik hier al eerder geweest was. Veel kastelen daar kwamen me namelijk enorm bekend voor. In één kasteel, Chambord, werd ik plotseling enorm benauwd. Het voelde of er op deze plek iets verschrikkelijks gebeurd was. En dat ik daar getuige van was geweest.
Een nog vreemder ervaring had ik echter al eerder, toen ik op mijn vierentwintigste met een vriend Parijs bezocht om daar eens flink de bloemetjes buiten te zetten. Daar aangekomen zochten we een goedkoop hotelletje en kwamen in een achterbuurt terecht omdat er in de nettere buurten destijds nog geen goedkope accommodaties te vinden waren. We kwamen aan in een straatje dat ik al eerder gezien leek te hebben. Gelukkig bevonden zich er in deze straat enige hotelletjes en we vroegen bij het eerste of er toevallig twee kamers vrij waren. Het vreemde was dat ik ineens spontaan Frans begon te praten. Dit was vreemd. Heel vreemd! Zeker als je in beschouwing neemt dat ik het grootste deel van de tijd dat ik op de middelbare school Franse les gehad heb, op de gang vertoefde. Dat het Frans mij destijds dus niet écht lag. En ik daarom zo snel als het kon het Frans liet vallen. De hoteleigenaresse noodde ons binnen in haar eigen woonkamer om het een en ander te bespreken en in te vullen en ik bleek tot mijn verbazing gewoon een praatje te kunnen maken met haar en haar lange, magere echtgenoot die in zijn groezelige onderhemd rondliep met daaroverheen een holster met pistool er in. Hij vertelde ons niet bang te hoeven zijn omdat hij bij de politie in burger werkte en straks aan het werk moest. Het zevenjarige dochtertje had haar armpje gebroken en ze vertelde me dat ze van de trap gevallen was. En dat ze naar het ziekenhuis waren geweest. Dat had ze erg eng gevonden. Het had heel veel pijn gedaan en ze had een mooie pop voor de schrik gekregen. Mijn vriend vertelde later met open mond te hebben staan luisteren. Je leek wel een verrekte Fransoos sprak hij. Waar heb je dat geleerd? Die hele week vakantie bleef ik zo goed Frans spreken. Toen ik jaren later met mijn vrouw langs de Loire ging kamperen kwam ik met mijn Franse taal niet veel verder dan wat ik op de middelbare school geleerd had. Vreemd!
Tegenwoordig wordt mijn kennis van het Frans weer aardig opgekrikt. Ik mag onze oudste regelmatig overhoren. En merk daarbij dat het feitelijk niet eens zo heel moeilijk is! Veel woorden lijken namelijk erg of zijn zelfs exact gelijk aan Engelse woorden. En betekenen dan ook hetzelfde! Toch zal ik niet snel meer naar Frankrijk reizen. Ik ervaar er altijd een enigszins beklemmend gevoel. Misschien komt het omdat ik in mijn eerste levensjaren regelmatig droomde dat ik als bloot engeltje over bloederige en rokende slagvelden zweefde. Toen herkende ik de uniformen van de dode en gewonde mannen onder me nog niet. Later wel! Het bleken uniformen uit de Napoleontische tijd. (N.B. Toen ik erg klein was hadden we (tegenwoordig ondenkbaar) thuis nog geen TV, dus ik kan onmogelijk dergelijke beelden op het kijkbuisscherm gezien hebben.)