Boring Prince Charles (Hendrik de Staatsboskabouter deel drie)
Gisteravond kwam Hendrik door het kattenluikje naar binnen gezwalkt. Hij had onmiskenbaar te diep in het glaasje gekeken. We zaten net op Nederland 3 naar de nabeschouwingen van het huwelijk tussen Willy en Kate, eh, sorry, William en Catherina te kijken. Daar werd verteld dat de immer olijke broer van de Britse kroonprins, Bonny Prins Harry waarschijnlijk niet door prins Charles verwekt zou zijn, maar door de lijfwacht van Diana. Hendrik liet een grote boer. Haha zei hij. En toch is hij een écht kind van Boring Prince Charly, ik was er zelf bij, hik! Was jij er bij vroeg ik. Heb jij toe staan kijken terwijl die twee aan het copuleren waren? Viespeuk! Dat doe je toch niet? Ik kon er niets aan doen sprak Hendrik en hij stak zijn handen ter overgave in de lucht. Ik was op dat moment een gebroken poot aan het spalken van een veldmuisje. Doe mij trouwens maar eens een lekker glas Glen Morangie. Of heb je die niet? Sorry zei ik, i only have Famous Grouse in the house. Dat moet dan maar sprak Hendrik weer. Daar kan ik ook wel mee leven! Ik schonk een vingerhoedje whisky voor hem in en gaf het hem. Proost! Neem er zelf ook een sprak hij en hij vervolgde zijn verhaal.
Hendrik nam een ferme slok en begon: het was op een koude dag halverwege december. Ik logeerde in de buurt van Edinburg bij een neef van me. Neef Martin Snodaerdt, het hoofd van de hogere kabouterkostschool om exact te zijn. Ik was daar om gastcolleges bosbeheer te geven. Martin had tijdens zijn avondwandeling in het universiteitspark iets klaaglijk horen piepen in een nabijgelegen schuurtje. . Hij gluurde voorzichtig door een kier in de deur en zag midden op de vloer een gewonde muis liggen. Hik! Het arme beestje had met zijn pootje in een val vastgezeten en het was daarbij gebroken. Martin had hem daaruit bevrijd en naar een veilige plek achter in het schuurtje gesleept. Daarna had hij mij erbij gehaald om het pootje te controleren en spalken. Ik ben tenslotte gediplomeerd Staatsboskabouter, hik. Plotseling ging de deur van het schuurtje open en je raad het reeds: jawél! Prince Charles kwam voorzichtig om zich heen kijkend naar binnen geslopen. Hij was kennelijk ietwat beschonken. Achter hem aan kwam een giechelende Diana. Charles riep iets van "Jolly Good" en "Cheerio Lassy", maar Diana riep sssssst! en maande hem tot stilte. Charles tilde zzzijn kilt op en warempel het is waar! Hik! Een kilt wordt dus echt zonder onderbroek gedragen. En ik moet zeggen; Charles stond zzijn mannetje. nou ja, even dan. Eerlijk waar! Hik! Buuurp! Hendrik gaf over. Sorry, sorry, ik denk dat ik beter even wat kan gaan zzzlapen. Heb jij nied ergenz een veilige zzlaapplek voor me? Katten zijn namelijk gek op kabou . . .derzzzzzzz. Hed zzzijn eigenlijk onzzze enige natuurlijke vijanden. De krrrengen! Takkebeesten! Hik! Grp. Snurk. zzzzzz Hendrik viel nu echt in slaap. In zijn eigen braaksel.
Ik veegde hem met de punt van een theedoek voorzichtig een beetje schoon en legde hem in Harry's oude bedje in de hamsterkooi. En zette die kooi naast mijn eigen bed op het nachtkastje. Daarna deed ik wat water in het drinkbakje. Hij zou wel eens flinke dorst kunnen krijgen. Ik deed voor de zekerheid het deksel erop en legde daarop weer een baksteen. Dat zou hem wel veilig houden vannacht!
De volgende morgen werd ik met een kloppend gevoel in mijn hoofd wakker. Vreemd! Zoveel had ik gisteren toch niet gedronken? Ik had ook helemaal geen hoofdpijn! Ver weg klonk een stemmetje. Het riep me. Wat was dat nu? Met mijn nog duffe hoofd keek ik om me heen. De wekker stond op hal zes. Wat vroeg nog! Ik draaide me om en wilde verder slapen. Ik zag de hamsterkooi en besefte plotseling wat de oorzaak van het kloppen was. En van het stemmetje! Hendrik! Natuurlijk! Die had ik helemaal vergeten. Hij klopte als een gek op de hamsterkooi. Ook goedemorgen Hendrik riep ik lachend. Goed geslapen? Een beetje hoofdpijn misschien? Hendrik gromde wat en riep: haal me hier nu maar eens uit verdorie! Het wordt hier benauwd.
Ik bevrijde hem uit zijn kooi en nam hem mee naar de keuken. Daar aangekomen gaf ik hem een bakje water en knipte een klein stukje van de theedoek af zodat hij zich kon wassen en afdrogen.. Ik zal niet in details treden, maar hij stonk vreselijk. Hij rook bijna als een dode hamster. Hendrik waste zich en je zag hem met de minuut opknappen. Koffie riep hij. In vredesnaam koffie! Veel en sterk graag! Ik zette het espresso apparaat aan, wachtte tot het lampje groen werd, vulde mijn eigen kop, en gaf hem ook wat op een lepeltje. Terwijl ik een paracetamolletje voor hem fijnstampte zei ik: als je de volgende keer weer hier komt neem dan je eigen servies mee. En je eigen hoofdpijnpoeders. Deze krijg ik nooit fijn genoeg voor je. En zuip niet zoveel man! Voor hetzelfde geld was je gisteravond een kat tegen gekomen en dan had je nu geen kater gehad! Nee, dan was je in een haarbal terechtgekomen. Hendrik nam een slok koffie, verontschuldigde zich en beloofde beterschap. Hij zou volgende week weer voorbij komen. Nuchter! Ik zweer het!
Hoe liep het verhaal van de copulerende Charles en Diana eigenlijk af vroeg ik nieuwsgierig. Eh, heb ik het daarover gehad? Oh jee, dan was ik wel écht dronken zeg! Dat is eigenlijk beroepsgeheim! Ach: zo spannend was het niet. Charles was net zoals de meeste mensenmannetjes snel klaar. Hop hop: erop en eraf. Geen wonder dat Diana haar heil later bij bodyguards zocht. Het was niet echt spannend. Echter het gevolg van deze daad was wel dat Diana zwanger werd. En geloof me: wij voelen zoiets aan. Vraag me niet hoe en waarom, maar gediplomeerde Staatsboskabouters weten direct of het visje in de kom glipt. Om het maar eens plastisch uit te drukken. Daar hebben we voor geleerd. Maar nu moet ik als de sodemieter naar huis. Moeder de vrouw zal me wel achter de deur op staan te wachten met haar gekakel. Krijg ik nog meer koppijn! Ach, verder is ze wel lief. Hendrik gaf me een vette knipoog. Ik verzin wel een smoesje. Help eens even! Ik liet hem in mijn hand plaatsnemen, bracht hem naar buiten waar het zonnetje reeds heerlijk scheen, en zette hem op de vuilnisbak. Hij floot weer even schriel en ja hoor! Daar kwam de ekster weer aangevlogen. Hendrik kroop op de rug van het grote beest, mompelde een groet en vloog weg.