Het was stil in Amsterdam. Vakantietijd. De man stond wat voor zich uit te staren. Op zijn kaken lag een grauwe gloed. Hij zag er bleek en ongezond uit. Moegestreden. Eigenlijk zou hij de nieuwe Messias van zijn partij moeten zijn, de belofte van democratisch Nederland, maar hij was nu publiekelijk zo goed als gestorven. Het was voorbij. Was hij maar burgemeester gebleven. Nu had hij te hoog gegrepen . . . en te diep gevallen. Dit had hij toch niet verdiend? Maar nu was het hoogstwaarschijnlijk te laat. Hij had niet op tijd ingegrepen. Had niemand hem dan gewaarschuwd? Natuurlijk, de partij was in rouw. Ze hadden zo ontzettend op hun donder gehad tijdens de laatste verkiezingen, dat nu iedereen wel murw geslagen leek. Maar het CDA toch ook? Maar die waren wél op tijd opgekropen en in het ontstane gat gedoken.

Het miezerde wat zodat hij zijn paraplu opstak. Hij keek vooruit maar zijn roodomrande ogen zagen niets. Hij zag enkel de leegte van de stad. Zijn stad. Tenminste, tot voor kort. Nu had hij niets meer. Hij was enige jaren terug nog de gedoodverfde premier! En nu? Nu was hij boos. Boos op Ruud Lubbers. Boos op het CDA en de VVD! Boos op zichzelf. Had hij nu maar eerder gereageerd in plaats van een beetje apathisch voor zich uit te staren. Hij was moe. Te moe om te vechten.

Maar nu moest hij wel! Zijn oude vlam begon weer ietwat op te laaien. Eerlijk gezegd had hij nooit verwacht dat het zover zou komen. Hij had verwacht dat de heren elkaar al lang de tent uitgevochten hadden. Dat Maxime de samenwerking nooit aan zou gaan. Zouden nu de boze dromen uitkomen? Zou zijn land, dat hij zo lief had nu dan écht naar de knoppen gaan? Zouden onder regie van Ivo Uit den Hooghte, de Grootinquisiteurs Gerard den Geniepighe en Maximus den Farizeeër écht gaan samenwerken met Markus den Gladde? Dat zou toch niet écht waar zijn? Nee! Het leek hem een boze droom die uitkwam. Nu zouden de middeleeuwen weer herbeginnen. In Nederland zouden weer kruisridders opstaan die tegen de islam ten strijde zouden trekken. De wereld zou weer gaan brandden. Het kruis zou weer te vuur en te zwaard verdedigd moeten worden. En dat alleen maar omdat hij gefaald had. Alles zou op zijn schouders rusten. Maar hij was niet alleen de schuldige. Zijn partij had hem te vroeg naar voren geschoven. Hadden niet in de gaten gehad dat hij, hoewel een uitmuntend bestuurder, een verbaal niet zo sterke en snelle politicus was. En daar hadden zijn opponenten dankbaar gebruik van gemaakt. Terecht natuurlijk. Zo hoort het ook.

Maar dat het hier op uit zou draaien? Nederland moet bezuinigen. En flink ook. Dus het zou op zich misschien niet eens verkeerd zijn als de VVD en het CDA eens een poosje aan de macht kwamen. Dan zou de VVD mooi zelf weer eens mogen ondervinden hoe het is om te regeren. Hoe het is om een scherpe oppositie tegenover je te hebben staan. En er dan zo achter komen dat je toch niet alles voor elkaar kunt krijgen zoals je het wilde. Maar dit: die verkapte gedoogsamenwerking met het CDA en de PVV? Een coalitie van VVD met het CDA en D66 had hij stiekem ook prima gevonden. Dan had zijn partij even tot rust kunnen komen. En zich sterk kunnen maken voor de volgende verkiezingen. Maar nu? Hij was dom geweest. Had alles verkeerd ingeschat. Had hij tóch maar duidelijker en vooral eerder samen gaan werken met die partijen welken ontzettend graag met hem hadden willen regeren. Met mensen die aan zijn kant stonden. Misschien had hij zelf met het CDA in zee moeten gaan. Als hij nu eens? . . . . . Als? . . . . Als?