Hoe ouder ik word, hoe meer ik luister naar muziek die je niet elke dag op de radio hoort. Of misschien heb ik dat al m'n hele leven gehad. Natuurlijk, ook ik heb overdag gewoon de radio aan, ik ben tenslotte opgegroeid met Radio Veronica en later Hilversum 3 (radio 3). Op de TV keek ik net als iedere ander kind destijds naar TOP POP. Heerlijke tv was dat. Één keer in de week kon je zien wat je anders alleen op de radio hoorde. Als driejarige blèrde ik al mee met de Beatles; She loves you, jeah, jeah jeah. Brak mijn tong over namen van groepen als: Dave, Dee, Dozy, Bicky, Mick and Tich, met hun legend of Xanadu. En ik kreeg iedere keer weer tranen in mijn achtjarige oogjes als Keith West samen met een kinderkoortje over Grocer Jack zong in zijn legendarische "Excerpt from a teenage opera" . Ik kweelde mee met "Let's go to San Francisco" van de Flowerpot men. Ook Wally Tax , de Motions, the Sandy Coast en The Golden Earings waren helden.

In mijn pubertijd begon mijn muzieksmaak reeds te veranderen en luisterde ik naast de Top 40, ook naar "rare" muziek zoals Bob Dylan, Roy Orbison en Elvis, en via mijn broer kwam ik in aanraking met andere muziekculturen. Hij speelde in zijn oude 2CV besteleend cassettebandjes af van onder anderen Ry Cooder met zijn Mexicaanse, Hawaiaanse en Texaanse invloeden (de LP Chickenskin Music) en Paul Simon, die op zijn beurt Latijns Amerikaanse en Zuid Amerikaanse invloeden gebruikte. Mijn muzieksmaak was veranderd, al wist ik dat zelf nog niet. Jarenlang kwamen er muzikanten en bands voorbij die mij op zijn minst weinig, of zelfs helemaal niets deden.

Af en toe kwam er wel weer eens iets leuks voorbij zoals bijvoorbeeld Kid Creole and the Coconuts. Deze band bracht een mix van oude "Betty Boop" achtige Jazz-dance muziek met daarin duidelijk Latijns Amerikaanse invloeden. Een andere held van me, Paul Simon kwam met het Afrikaans beïnvloedde album “Graceland“, waarbij hij hulp kreeg van Afrikaanse coryfeeën als Ladysmith Black Mambazo en The Gaza Sisters. Hij combineerde Afrikaanse muziek met Tex Mex en Zydeco invloeden en leverde daarmee een van mijn meest geliefde LP’s aller tijden af.

Totdat ik wat ouder werd, en veel te laat grootheden als Flaco Giminez met zijn Tex Mex muziek ontdekte. En Trafassi en Juan Luis Guerra, met hun heerlijk zwoele en tegelijk opzwepende muziek. Ook leerde ik via de klassieke muziek de Italiaanse Belcanto zangers zoals Enrico Caruso en later Luciano Pavarotti kennen. Maar ook de puur Mexicaanse klanken van Maria de Lourdes, of de Portugese hartverscheurende Fado’s van Amalia Rodriquez, maar ook van latere fadozangeressen als Mariza konden mij zeer boeien.

Ik ontdekte dat ik dus eigenlijk gek was op volksmuziek. En dan geen originele Hoempapa muziek uit Beieren, of de jodelklanken van Olga Lowina, maar originele klanken uit de diverse werelddelen. Ik genoot van de Buena Vista Social Club, de oude knarren die naar voren werden geduwd door Ry Cooder. Ook herontdekte ik de Cajun (uit de buurt van Louisiana) muziek van Clifton Chenier met zijn fabelachtige en superswingende accordeon. Ook genoot ik van de Gypsyklanken van het Rosenberg Trio. Of de aanstekelijke RAI muziek van bijvoorbeeld Cheb Hasni. Vorig jaar nog ontdekte ik bij toeval iets bijzonders: NO Blues. Dit is een “Nederlands/Arabisch” samenwerkingscollectief dat Amerikaanse Tex Mex, Folk en Arabische klanken combineert tot een verrassend goede nieuwe muziekstijl; Africano!

Waarschijnlijk door mijn ietwat afwijkende muziek-smaak-verleden ben ik jaren geleden al fan geworden van Rowen Hèze. Niet om het meehossen/stampen en het bier smijten in feesttenten, dat is niet echt aan mij besteed, maar om de geweldige muziek die ze maken. Mijn nabestaanden moeten op mijn begrafenis dan ook zeer zeker “Met de neus omhoeg” draaien. Door deze Limburgse heren kwam ik er achter dat er nog veel meer leuke en mooie dialect muziek in Nederland was. Luister bijvoorbeeld eens naar de poëtisch vrolijke muziek van het helaas ter ziel gegane Skik. Gelukkig maakt hun frontman Daniél Lohues nog steeds mooie luisterwaardige muziek.

Wat ook jammerlijk verdwenen is: Twarres. Zo’n frêle meisje dat naast de een of andere supersuffe jongeling de mooiste liedjes in een voor mij bijna niet te verstane taal zong. Of wat te denken van Gerard van Maasakkers? Goed, als je wat langer naar zijn muziek luistert wordt het wat te-veel, maar wat een mooie liedjes heeft hij geschreven. Dat merkte ik vorig jaar pas toen ik een cd te pakken kreeg waarop allerlei liederen van hem door anderen vertolkt werden. Op deze CD; “Gerard van Maasakkers Anders” vind je zijn mooiste nummers vertolkt door onder anderen Guus Meeuwis, Bennie Jolink, Paul de leeuw, Jack Poels en nog vele anderen. Zelfs de Volendammer sángerknaben Nick en Simon doen mee aan dit bijzondere album. Als je het album nog te pakken kunt krijgen: het is een aanrader! Er zij natuurlijk nog veel meer goede, talentvolle artiesten te vinden in ons kleine kikkerlandje; kijk en luister bijvoorbeeld maar eens naar lokale zenders wat je daar allemaal (naast een ontzettende hoop meukmuziek) voor juweeltjes voorbij hoort komen! (J.W. Roy, Frans Pollux enz. enz. enz. enz........)

Zo zie je maar! Muzieksmaak evolueert heen en weer en van voren naar achteren. Iedere muzikant inspireert en laat zich inspireren tot het maken van alweer iets nieuws en moois. Ik denk dat ik zo meteen maar eens even heerlijk in de zon in ons minizwembadje ga liggen met op de achtergrond een heerlijke Bossanova van Joäo Gilberto. Dan is het net alsof ik op een heerlijk tropisch strand lig. Zalig!