Heeft ooit iemand van u wel eens zijn stamboom na laten pluizen? Ik niet. Maar toen ik gisteren in verband met deze wekelijkse column op zoek was naar een onderwerp kwam ik al surfend over het net bij toeval mijn grootouders van vaderskant tegen. 



" Cornelia (Keetje) Spee, geboren op zondag 7 januari 1894 in Ouddorp. Keetje is overleden op vrijdag 8 september 1978 in Middelharnis, 84 jaar oud. Zij is begraven op woensdag 13 september 1978 te Stellendam. Keetje trouwde, 26 jaar oud, op zondag 29 februari 1920 in Ouddorp met Hendrik Jacobus (Kobus) de Goede, 28 jaar oud. Kobus is geboren op zaterdag 4 juli 1891 in Zwartsluis, zoon van Lourens de Goede en Hendrikje Appelo. Kobus is overleden op zaterdag 31 maart 1962 in Stellendam, 70 jaar oud. Hij is begraven op woensdag 4 april 1962 te Stellendam."

Opa en oma de Goede/Spee dus. Raar om ineens een foto tegen te komen van deze mensen die er mede verantwoordelijk voor zijn dat ik ben zoals ik ben. Maar zij niet alleen natuurlijk. Ook zij hadden weer ouders en grootouders. Allemaal afkomstig uit verschillende plaatsen in Nederland. Mijn opa kwam uit Zwartsluis in Overijssel en mijn oma uit Ouddorp op de Zuid-Hollandse eilanden. Raar. Je gaat meteen weer even terugdenken aan hoe ze waren. Opa Kobus heb ik nooit gekend. Ik wist niet eens dat hij Kobus genoemd werd. Hij was smid en hij en oma hadden een winkel in huishoudelijke artikelen. Ik was drie toen hij overleed. Het enige verhaal dat ik me van hem kan herinneren is dit. Zijn zwager Dimmen (de broer van mijn oma) plaagde hem regelmatig omdat hij nooit de tijd nam om naar de kapper te gaan. Op een gegeven moment werd hij zo boos dat hij naar de keuken is gelopen, zijn scheermes heeft gepakt en zijn kop helemaal kaal heeft geschoren. Hij heeft het uit "eigenwijzigheid" nooit meer aan laten groeien.

Oma heb ik wel redelijk goed gekend. Althans, voor zover je je een oma uit die tijd kunt herinneren dan. Ze heette dus Keetje en was dochter van een huisschilder en een vrouw met een winkel in kruidenierswaren en verf in Ouddorp op Goeree-Overflakkee. Ik heb nog een antiek borstbollen blik uit die winkel in de woonkamer staan. Lieve oma Keetje was een statige, oude weduwe in het zwart uit Stellendam waar we zo nu en dan gingen logeren. Gesteven lakens en slopen. Krentenbrood met saffraan. Bolussen. Flessen met vieze gesteriliseerde melk. Wat oma overdag eigenlijk deed weet ik niet meer. Wel dat ze een harmonium in de kamer had staan waar we op mochten spelen. Als kind zat ik eens met haar aan tafel en onderwijl ze met mijn moeder aan het praten was, pakte ze mijn handen. "Mooie grote, slanke handen en fijne vingers" sprak ze. Jij wordt vast geen ambachtsman zoals je vader en opa. Eerder een muzikant of kunstenaar. Misschien was ze wel ietwat helderziend. Dat zit tenslotte een beetje in de familie. Maar dat zou ze nooit toegegeven hebben, want dat mocht natuurlijk niet. Ze was immers zwaar gelovig.

Ik herinner me haar lange, bijna tot op de grond hangende ontzettend dunne, witte haarvlecht welke ze 's morgens altijd in een knotje draaide. En haar lange witte nachthemd. Haar zwarte omajurken met daaroverheen de grijs gebloemde schorten. Het trappenhuis met de "ik-schilder-per-nummer" schilderijen met de elanden en watervallen uit Canada, welke mijn neefjes die daar woonden gemaakt en aan haar opgestuurd hadden. Als ze bij ons logeerde moesten we 's zondags twee keer naar de kerk. ’s Morgens en ‘s middags. Op zondag zelf mochten we van haar nooit reizen, zondag was tenslotte "de dag des Heeren", zodat we haar veel te weinig zagen. Zondag was toen nog de enige vrije dag die mijn ouders hadden in de week.

Als we in Stellendam waren gingen we ook steevast naar Ome Adrie en tante Jopie die in de ouderlijke winkel getrokken waren. Ome Adrie was (ongewenst) kinderloos en had ter compensatie daarvan al zijn geld omgezet in treintjes. Boven op de enorme overloop was zijn domein. Daar was een enorme treinbaan opgezet met gigantisch veel rails, wissels, huisjes, auto's en kasten vol met van alles wat daar verder bij hoorde. Je moest er onderdoorkruipen, zodat je hem vanuit het midden kon bedienen. Het was een waar kinderspelparadijs voor mij en mijn broertjes. We mochten er dan ook naar hartelust spelen. Als er eens per ongeluk iets kapot ging was er niets aan de hand en we kregen veel snoep. Heerlijk! Het meest curieuze aan ome Adrie was misschien wel dat hij altijd zijn billen afveegde met krantenpapier. Naast de normale toiletrol van Tante Jopie hingen de netjes op maat gesneden vellen krantenpapier keurig geperforeerd. Aan een spijker!

Maar zij zijn slechts een klein stukje van mijn geschiedenis. Er zijn er veel meer die mij “genetisch” gemaakt hebben tot wie ik nu ben.. Van mijn moeders kant is er, hoewel ik dacht dat daar niets meer van te vinden was, gelukkig toch ook wel het een en ander overgebleven.. Ik zal er eens in duiken. Maar ook andere mensen die ik in mijn leven tegengekomen ben, zoals vrienden, leraren, collega's enzovoorts, hebben mij gevormd. Er is een hoop gebeurd sinds de visjes miljoenen jaren gelden het land opkwamen en tot mens evolueerden. Boeiend. Van de eerste oermens uit Afrika tot Gert de Goede in Uden. Als je het zo opschrijft stelt het niet veel voor.