Janneke kon het niet geloven. Hier zat ze dan, alleen op de bank die ze samen met zoveel zorg hadden uitgekozen bij dat vrolijke en kleurrijke schilderij van Gert de Goede. Die verrekte dure rottige designbank, die eigenlijk voor geen meter zat! Ze had teveel gedronken en klotste per ongeluk een scheut rode wijn over de leuning en op het mooie winterwitte wollen tapijt. Wat kon het haar ook schelen. Als hij, die Pietje precies, er toch niet meer op was, dan maakte die vlek ook niet meer uit! Niets kon haar nog schelen!

Sinds Jip er met die dellerige, maar goedgesitueerde Saskia Ter Haar in haar oude MG vandoor was gegaan, was haar droom, om samen oud en gelukkig te worden uiteengespat. Het huisje, boompje, beestje gevoel, de kindertjes waar ze naar verlangde, het gezinnetje dat ze wilden stichten, alles was voorbij. Voltooid verleden tijd zoals dat zo mooi gezegd wordt in liedjes. Ach, misschien was het ook maar beter zo. Ze waren al zo lang samen geweest. Te lang eigenlijk.

Zolang ze zich kon herinneren waren ze al bij elkaar geweest, eerst als buurkindertjes, waarbij ze maar even door de heg hoefden te kruipen om bij elkaar te zijn. Later, toen ze ontdekt hadden dat doktertje spelen wel heel erg leuk was, en daarbij betrapt waren, had haar vader een stevige houten schutting geplaatst. Maar gelukkig had Jip zo'n handige noodladder op zijn kamertje om bij brand het huis te kunnen ontvluchten. En branden dat deden ze destijds! Branden van liefde en verlangen naar elkaar! Vol hartstocht bezochten ze elkaar 's nachts stiekem en later gingen ze, als vanzelfsprekend samen op kamers.

 

Jip ging theologie studeren en Janneke werd, om in hun levensonderhoud te voorzien bibliothecaresse. Ze herinnert zich nog dat ze destijds eigenlijk altijd plezier hadden met elkaar, maar dat Jip toen zo nu en dan wel eens een ander vriendinnetje had. Je weet wel, zo'n floddertje tussendoor. Hij moest tenslotte af en toe ook wel eens iemand anders uitproberen. Janneke was niet jaloers hoor. Nooit geweest eigenlijk. Als Jip weer eens met de een of andere Fiep of Miep aan het rollebollen was verdiepte ze zich gewoon in haar boeken. Het was toch altijd maar voor even en je moet die jongens op die leeftijd ook niet te strak willen houden. En ze zo nu en dan een beetje ruimte geven. Maar nu was hij dus definitief weg. En Janneke zat alleen. Ze bedronk zich. Waarom? Ze voelde zich eenzaam. Wat moest ze? Heel haar leven had in het teken van Jip gestaan. Het was altijd Jip voor en Jip na geweest. Jip en Janneke! Nooit had ze een andere man gehad. Eigenlijk was ze nog een halve maagd, want alleen Jip had haar beroerd en bereden. Ze voelde zich net een afgedankt paard. Bah! De egoïst! Hij was wel jaloers! Als Janneke per ongeluk iets te lang stond te kletsen met een andere man dan werd hij al boos. Misschien was het daarom wel fout gegaan tussen die twee. Ze wist het niet. Ze wist niets meer. En viel op de bank in slaap.

 

De volgende morgen werd ze tegen het middaguur met een barstende hoofdpijn wakker. De wijnvlek op het witte kleed was nog groter geworden en er lagen restanten chocolade en een kapot gevallen glas naast. Ze kroop op haar knieën naar de badkamer, leegde luidruchtig haar overvolle blaas en douchte zich lang. Ze liet het helende hete water over zich heen stromen en voelde langzaam maar zeker haar hersenen weer in vorm komen. Ze liet de shampoo vallen en toen ze zich bukte om deze op te rapen stootte ze haar hoofd tegen de glazen douchewand. Au! Ze herinnerde zich weer wat er gistermorgen gebeurd was. Jip was weg. Definitief! Het sprookje was voorbij, het boek was uit.

 

Er werd aangebeld. Janneke wurmde haar nog natte lichaam in een badjas, liep de hal in en keek door het kijkgaatje in de deur. Niets! Niemand? Hoe kon dat nu? Ze liep terug naar de badkamer, maar voor ze die bereikt had werd er al weer aangebeld. Hè, wat vervelend nu! Zeker een stelletje van die rotjongens die belletje aan het trekken waren. Ze negeerde het en begon haar haren te borstelen. Maar weer werd er aangebeld. Ze liep naar de deur en keek weer door het kijkgaatje. Weer niets! Ze deed de veiligheidsketting om de haak aan de deur en opende deze voorzichtig. Er lag een enorme bos rozen op de mat voor de deur! Rode! Wie kon dat op zijn of haar geweten hebben. Jip misschien? Ze deed de deur open en raapte het boeket op. Ze keek voorzichtig om zich heen. Zo te zien was er niemand op straat . Janneke sloot de deur en begaf zich naar de keuken waar ze de rozen in een vaas wilde zetten. Op het moment dat ze de keuken in wil stappen schrikt ze zich rot. Er staat een wildvreemde, maar zeer aantrekkelijke man bij het aanrecht. Hij roert in een pan erwtensoep. Het ruikt erg lekker. Janneke denkt na. Wie bent u? En wat doet u in mijn keuken?

 

Sorry! Ik wilde je niet laten schrikken, maar de achterdeur stond open. Ik ben Jeroen Ter Haar en ik dacht, laat ik je eens verrassen met een heerlijke pan erwtensoep. Ik meen me te herinneren dat jij daar nogal gek op bent! Sinds die zus van mij, Saskia, me onlangs eindelijk verlaten heeft om een eigen leven te gaan leiden, ben ik uit verveling weer eens wat gaan lezen en heb me onder anderen in jouw en Jip’s jeugd verdiept. We hebben tenslotte nogal wat overeenkomsten en waren vroeger even beroemd! Jip en Janneke versus Saskia en Jeroen! Maar je hebt de rozen al gevonden zie ik! Mooi! Jeroen liep op Janneke af en gaf haar drie stevige zoenen op haar wangen. Leuk je eindelijk eens in levenden lijve te zien! Je bent stukken mooier dan je afgebeeld stond in die boeken vroeger! Lust je een kopje soep? Janneke stond met haar mond vol tanden. Haar badjas was enigszins opengevallen en liet haar heerlijke figuur in volle glorie zien. Jeroen keek er vol bewondering naar. Ik snap niet dat die Jip er met dat monster van een zus van mij vandoor is gegaan. Jij bent stukken mooier! Ik val sowieso wel op zwarte vrouwen. Janneke krijgt een déja vue ( In de keuken. Daar staat een hele grote pan. Een heeeeele grote pan. En daarin zit soep. Het ruikt wel erg lekker. En Jip mag even helpen roeren. Pas op hoor, zegt moeder, Val er niet in Jip! Stel je voor zegt Janneke. Val er niet in, Jip. Dan ben je helemaal groen. En dan moeten wij jou aflikken. Maar Jip valt er niet in. Hij roert. Met een houten lepel ) “Soep of sex?” Vraagt Jeroen. Doe eerst die sex maar, de soep kan later wel zegt Janneke en ze werpt zich op Jeroen.