Insjallah!

Dat is hét stopwoordje van de gelovige Marokkaan. En dat hoor je dan ook de hele dag door in de Medina, de oude, ommuurde stad van Marrakech. Deze Middeleeuwse stad met z’n zalmroze gebouwen is gedeeltelijk een feest van kleur en geur…..Tot je iets buiten het toeristengebied komt, daar ruikt het naar urine en uitwerpselen en waan je jezelf op een grote vuilnisbelt. Daar vind je het echte, arme Marokko, met z’n zwervers en bedelaars die met hun vieze zwarte en kreupele voeten, welke waarschijnlijk al jaren niet meer gewassen zijn lopen te bedelen of allang versleten kartonnen dozen verzamelen en verhandelen. Je ziet er de kleine marktjes, waar ze stapels met vogelbotjes o.i.d. verkopen en de vliegen een waar paradijs vinden tussen allerhande onsmakelijke in de warme zon rottende etenswaren. De straten liggen vol met afval en brokken puin. Het is hier triest, diep triest, vooral omdat er op nog geen kilometer verderop in dure SUV’s en Porsches en Mercedessen gereden wordt en de splinternieuwe bankgebouwen en luxe hotels om het mooist staan te pronken. Insjallah; Als Allah het wil. De arme Marrakezen zijn ontzettend fatalistisch, als Allah wil dat ze arm zijn, zijn ze arm, daar leggen ze zich gewoon bij neer. Ik las ergens dat de meeste Marokkaanse inkomsten vanuit het buitenland komen; van Marokkanen die ergens in een ver buitenland geld verdienen en daarmee hele families onderhouden.

Toch is de stad Marrakech schitterend mooi. Neem alleen wél een gids mee de stad in. Wij deden dat niet en raakten op een gegeven moment hopeloos de weg kwijt en geraakten daardoor in de donkere achterbuurten en arme gedeelten van de stad. Er was ons verteld de grote moskee als baken te gebruiken, maar omdat de hele stad roze is en alles op elkaar lijkt, en zo ook de moskeeën, raak je gegarandeerd het spoor bijster! Toen we de stad binnenliepen kwam er een man gezellig kletsend naast ons lopen. Hij vertelde ons dat hij net van z’n werk kwam. Hij werkte toevallig nét in het hotel waar wij verbleven, hij bleek een neef te hebben die in Rotterdam woonde, en was nu op weg was naar huis. En nee, hij was geen gids, dus we hoefden niet bang te zijn! Hij vertelde ons dat we geluk hadden! Er bleek een speciale expositie van handgemaakte tapijten te zijn door vrouwelijke Berbers uit de bergen. Zij kwamen slechts één keer per jaar van de berg af om hun schitterende vloerkleden te exposeren en liet dat nú vandaag juist te zijn! Dat was nog eens toeval! De goede man was natuurlijk bereid om voor ons een klein stukje om te lopen en ons dit unieke evenement te laten zien. Hij leidde ons via allerlei donkere straatjes en steegjes en wees ons en passant ook nog even op de vele “Bed and Breakfast’s” die ze hier Riat’s noemen. Misschien iets voor een volgende keer? Insjallah!

 

Op een gegeven moment kwamen we weer in de bewoonde wereld en hij noodde ons een mooi oud pand binnen, dat bij binnenkomst één en al tapijten bleek te bevatten. We werden verwelkomd door een uitermate vriendelijke verkoper en onze vriend nam met een stevige handdruk afscheid van ons. De verkoper wenkte zijn twee onderdanen, die één voor één schitterende en kleurrijke Oosterse tapijten voor onze voeten uitlegden onder het genot van een kopje verse muntthee. Wij vertelden dat we geen tapijt wilden kopen, maar dat gaf helemaal niets vertelde hij, want hij vond het geweldig dat wij, als buitenlandse toeristen interesse bleken te hebben in Marokko’s prachtige cultuur en koopwaar. We vonden de tapijten weliswaar mooi, maar legden uit dat het onze smaak niet was en van modernere tapijten hielden. Dat hadden we dus niet moeten doen! Kort gezegd: Enige tijd later liepen we als trotse eigenaren van een nieuw Berbertapijt van zuivere, heerlijk zachte lamswol naar buiten. De verkoper beloofde het tapijt bij het hotel af te leveren, zodat we dan niet de hele dag met het zware, veertien kilo zware pakket zouden hoeven te lopen. En wij maar hopen dat hij woord zou houden, insjallah! De goede man leidde ons ook nog even naar een winkeltje waar ze de natuurlijke verfstoffen maakten waarmee ons nieuwe tapijt gekleurd was. Dat moesten we écht even zien! In het winkeltje heb ik geen verf gezien, maar de man in de winkel, een vriendelijke man in een kraakheldere witte apothekersjas, had warempel een broer die in Rotterdam werkte. Toevallig…..of niet? Maar goed, deze man liet ons diverse kruiden en oliën ruiken en smeerde ons voor vijftig euro twee zakjes originele Marokkaanse keukenkruiden, één zakje échte saffraan en een klein flesje heilzame massageolie met arnica tegen spierpijn aan. Hij wilde natuurlijk graag even met mijn geliefde op de foto en liet ons daarna zeer vriendelijk uit. De man had natuurlijk de dag van zijn leven! Voor vijftig euro konden hij en zijn hele familie waarschijnlijk weer een hele maand eten!

Twee huizen verderop werden we staande gehouden door een man van een andere tapijtwinkel. Wij vertelden hem dat hij geen moeite hoefde te doen, want wij hadden zojuist al een tapijt aangeschaft en waren beslist niet van plan om er nog een te kopen. Hij verzekerde ons dat hij dat ook absoluut niet van plan was, maar we moesten beslist even binnen komen kijken om het prachtige antieke pand te bewonderen. Wij, met ons fototoestel in de aanslag, achter de man aan naar binnen dus! Het was werkelijk een schitterend pand met prachtig houtsnijwerk en beschilderingen. Onderwijl dat hij ons rondleidde, liet hij ons natuurlijk het ene na het andere tapijt zien. Toen hij door begon te krijgen dat er aan ons niets te verdienen was, bracht hij ons naar de kelder, waar allerlei prullaria opgeslagen lag, en ondanks dat we bleven weigeren iets te kopen, liepen we even later met twee mini tajines, dat zijn traditionele Marokkaanse ovenschalen met deksel, naar buiten. Én twintig euro lichter. Daarna zijn we nergens meer ingetrapt en hebben alleen nog een flesje water gekocht.

Als ik hier ooit nog eens terugkeer, insjallah, dan trek ik zelf denk ik ook maar een traditioneel Marokkaans gewaad aan, een Jelabba, en zet zo’n klein potje op mijn hoofd, dan kan ik tenminste ongestoord de stad verkennen. Nu waren we zo overdonderd door allerlei verkopers welke ons van alles aan wilden smeren, dat we als een blind paard, alleen maar vooruit kijkend, door de stad zijn gelopen, regelmatig aan de kant geduwd door een van de door de stad racende ezelkarretjes, en daardoor van alles gemist hebben en de weg kwijt raakten. De overige drie dagen zijn we dus maar in de buurt van het hotel gebleven, en hebben lekker met een goed boek bij het zwembad gelegen en twee keer per dag uitgebreid aan een nabij gelegen zeer luxe boulevard bij een fantastisch restaurant gegeten; “Le6”, alwaar ze verrukkelijke Marokkaanse, maar ook Italiaanse gerechten serveerden! Als we echter een glaasje wijn bij het eten wilden, mochten we dat niet op het terras nuttigen, maar dan moesten we binnen in het restaurant plaatsnemen, want alcohol mag in Marokko alleen binnenskamers genuttigd worden!

Omdat we geen zin meer hadden om de oude stad in te gaan, vroegen we aan de kelner van het restaurant of hij misschien wist waar we winkels konden vinden om voor onze in Nederland achtergebleven kinderen wat leuks te kopen. Hij vertelde dat er op zo’n twintig minuten afstand een winkelcentrum was met een supermarkt erbij. De volgende morgen spraken we voor het hotel een vriendelijk uitziende taxichauffeur met een mooie oude Mercedes aan en vroegen wat een ritje naar dat winkelcentrum zou gaan kosten. Het bleek honderd dirham (tien euro) te kosten en dan wilde hij evt. ook nog wel een uur op ons blijven wachten. Het was een leuke, vrolijke en onderhoudende man, die zichzelf flink wist te verkopen en bij het winkelcentrum aangekomen gaf ik hem dan ook vijftig dirham extra als fooi. Toen wij uitgestapt waren kwam er net een nieuwe klant aangelopen dus de man zijn dag was weer goed! Na een paar uur rondgelopen te hebben en in de supermarkt óók nog even wat keukenkruiden te hebben gekocht, welke beduidend goedkoper waren dan onze eerdere aankopen, namelijk zo’n vijftig eurocent per zakje, liepen we weer naar de straat waar we opnieuw een taxi, ditmaal een bejaarde en gebutste Fiat Uno, aanriepen voor de terugreis. Ik vroeg wat ons dat zou gaan kosten en deze chauffeur antwoordde: “Thirthy dirham my friend!” De rit was echter een stuk minder gezellig dan de heenreis, de radio stond op een zender die de hele dag verzen uit de Koran uitzond. Dus ondanks dat deze terugrit veel goedkoper uitviel, was de heenreis een stuk leuker!

Het door ons aangekochte tapijt bleek bij aankomst in het hotel zoals afgesproken keurig verpakt achter de balie te liggen, en ligt nu als mooi souvenir te pronken onder onze salontafel.