‘k weet nog

hoe stil het was

als je sprak

over zaken

die er toe deden

toentertijd

of over wat jij dacht

dat belangrijk was

Ademloos bond

en verbond je

de bonte schare

en liet anderen

ver achter je

Als een dominee

met eigen religie

denderde je over ons

de borrelende massa heen

met de kracht

van een vakbondsman

alleen had je ons

meer te zeggen en te leren

dan duizenden anderen

ons vertellen konden

Jouw woorden

riepen op tot revolutie

en tedere liefde

Recalcitrant tot in de dood

voortlevend in de harten

van duizenden mensen

die je zullen missen

Man, wat was je groot!