Pasen
Met de Pasen begon vroeger de lente pas echt. Ik kan me nog goed herinneren dat we rond deze tijd extra blij waren omdat we dan altijd nieuwe “zondagse” kleren kregen (je paasbeste pakkie). We gingen dan naar de grote stad om nieuwe kleren te kopen, wat natuurlijk al een feest op zich was! Met mamma naar den Haag, en dan ranja met een saucijzenbroodje bij de Bijenkorf!!! Jippie!!! Ik weet nog dat ik iedere keer om een spijkerbroek met omgeslagen rand en gymschoenen vroeg, net zoals die Amerikanse jongetjes droegen op die romantisch-avontuurlijke plaatjes van Norman Rockwel in de Readers Digest, maar dat mocht natuurlijk niet.
.Destijds had je nog zondagse én doordeweekse kleren; ‘s Zondags een mooi overhemd met strikje omdat je toch vooral netjes in de kerk moest verschijnen en je je dus daarna de rest van de dag doodverveelde omdat je absoluut niet vies mocht worden, én je had een stel doordeweekse kleren, die je moeder dan iedere avond moest wassen (pfffffff......) en ’s morgens weer moest strijken zodat we dan keurig netjes naar school konden.
De meeste jongens in ons dorp waren kinderen van tuinders en kregen na schooltijd een overalletje aan, en natuurlijk wilde ik dat ook wel, dan kon je lekker zo vies worden als je maar wilde, maar dat was niets voor ons jongens, dat was voor “de anderen”. M’n moeder was van oorsprong een “stadse” uit Amsterdam, hahaha........en voelde zich, vooral in het begin, onbedoeld (haar grootmoeder van moeders kant was nog van adel), nogal eens verheven boven die anderen, en dat werd haar niet altijd in dank afgenomen in het dorpje in het Westland waar ik opgroeide. Wij als gezin waren natuurlijk altijd een beetje vreemde eend in de bijt. M’n vader niet, die paste zich wel aan. Zijn Flakeese dialect ruilde hij zonder moete in voor het lijzige, Westlandse taaltje, ging in de lokale politiek en later bij de heemkundekring. Hij voelde zich daar wel thuis........m’n moeder niet...........