roekeloos

vrat je je binnen

de sluipende sloper

sloeg in als een bom

diepe kraters achterlatend

ging je met me aan de haal



moeiteloos

bleef je scheuren

met krachten niet te beschrijven

de angst vrat lekker mee

krachtig vocht ik terug

met alles wat er nog was



moedeloos

werd ik nooit

sterker werd mijn geest

en krachtiger dan voorheen

zal ik vechten voor mijn doel

en genieten van het leven